Geen benzine- of dieselwagens meer bij GZA Zorg en Wonen en Amate. Beide Antwerpse zorgorganisaties (die in 2024 fusioneren) zetten voortaan in op elektrische en hybride voertuigen. Een bewuste keuze voor duurzaamheid waarmee de fusiepartners voorop willen gaan in de sector. Een hele investering op korte termijn, maar wel mooi passend bij de visie en het maatschappelijk engagement van de groep.
23 locaties, veel verplaatsingen
In 2023 focussen Amate en GZA Zorg en Wonen op de samenwerking om in januari 2024 een vliegende start te kunnen nemen. Daar hoort ook het wagenpark bij. “Met weldra 17 woonzorgcentra (WZC) en 6 kinderdagverblijven (KDV) in en rond Antwerpen, kan je rekenen op heel wat verplaatsingen tussen deze locaties”, vertelt Ida Verleyen, algemeen directeur van GZA Zorg en Wonen. “We weten dat we zo potentieel veel CO2 uitstoten en kiezen daarom bewust om onze ecologische voetafdruk te beperken. Uiteraard laten we voor korte verplaatsingen de wagen staan, maar onze campussen strekken zich uit van Essen tot Niel en die bereik je niet zomaar te voet of met de fiets.”
We spreken niet alleen over veel verplaatsingen, met ruim 45 wagens telt de vloot van beide zorgorganisaties ook gewoon veel voertuigen. “Denk aan wagens voor management, technische dienst, preventiedienst, kwaliteitspartners en anderen die vanuit een centrale rol de verschillende locaties ondersteunen. Zij rijden voortaan elektrisch of hybride”, aldus Verleyen. “Ook onze mobiele verpleegkundigen ‘Nurses On Wheels’ hebben sinds kort een elektrische bedrijfswagen om tussen de campussen te pendelen.”
Kwaliteitscoördinatoren nemen de proef op de som
Om vlotter samen te werken, opereren de fusiepartners sinds januari in 4 regio’s. Elke regio heeft een kwaliteitscoördinator die zich regelmatig verplaatst naar de campussen in de regio en de centrale diensten. Begin deze maand mochten de coördinatoren een spiksplinternieuwe elektrische wagen ophalen. “Het is altijd fijn om met een nieuwe wagen te rijden, al is elektrisch rijden wel wat wennen”, vertelt kwaliteitscoördinator Gwenny Van de Putte. “Het vergde initieel wat aanpassing om de verplaatsingen af te stemmen op de autonomie van de batterij. Al gaat dat na enkele dagen meteen veel vlotter. Het laden zelf is heel gemakkelijk.” Om voldoende stroom aan te bieden, installeerde de groep laadpalen op de campussen. “Het is geruststellend om niet telkens naar een vrije externe laadpaal op zoek te moeten gaan”, waardeert Van de Putte. “Onze werkgever maakt het ons gemakkelijk.”